Als teamleden van Middelburg Ontmoet hebben we aan Jan Zwemer (Dr. J.P. Zwemer) gevraagd of hij het begrip “ontmoeten” wil koppelen aan de Zeeuwse taal. Jan is bij uitstek een deskundigen op dit gebied.
Jan is freelance historicus met een lange staat van dienst. Van zijn hand verschenen biografieën van onder meer de Middelburgse burgemeesters J.H. Schorer en J. van Walré de Bordes. Ook iets minder dan de helft van de tekst van Deel IV. 1850-2000 van Geschiedenis van Zeeland (2014) is van zijn hand. Jan schreef ook veel over de sociale en politieke geschiedenis van het Zeeuwse platteland. Zie voor zijn boeken en artikelen de website www.janzwemerschrijft.nl. In de online Encyclopedie van Zeeland zijn meer dan 90 door hem geschreven lemma’s opgenomen.
ONTMOETEN
‘Ontmoeten’ is een woord dat Zeeuwen amper gebruiken. We zeggen ‘tegenkomme’, maar ‘ontmoeten’ heeft wel iets speciaals: met de eerste lettergreep wordt ‘moeten’ uitgerangeerd. Er ‘moet’ niks, er mág.
Zojuist vroeg ik mijn vrouw die de deur uit ging: Ben je zo terug voor koffie? Ja, dacht ze, maar ze zou altijd ‘iemand’ kunnen ‘tegenkomme’ en blijven praten.
Dikwijls begint het met ‘Heu’ of zo. Soms herhaald, denk aan het refrein in het nummer Iowa van de dialectband De Lamaketta’s. Of je steekt meteen van wal met een vraag, een opmerking of zomaar iets geks. Dat laatste is, zeg maar, diep-Zeeuws. Het kan zelfs tegen onbekenden en dan is de pret des te groter wanneer die erop reageert.
Vervolgens ‘klassinere’ oftewel ‘biepraote’. Desnoods begin je, bij weinig nieuws, over het weer. Contact, daar gaat het om. En bij het verderlopen biedt onze streektaal talloze mogelijkheden: ‘Salu ee’, ‘De groete(nisse)’, ‘’Ouw je taoi’, ‘Toet een aore keer!’, Wèrk ze!’
Jan P. Zwemer (Pzn)